De achtbaan

Op een dag zei Muis tegen Beer: “Wat zullen we vandaag gaan doen?”. Beer zei: “Ik weet het niet”. Ze dachten allebei diep na. Toen zei Beer ineens: “Zullen we naar het circus gaan?”. “Ja” zei Muis. “Goed idee!”. En zo gingen ze op pad. Toen zei Beer: “Welke kant is het eigenlijk op?”. “Weet ik niet” zei Muis. Toen zagen ze een kaartenwinkel. Muis zei: “Zullen we daar even langs gaan?”.

“Wat kan ik voor jullie doen?” zei de winkelier tegen Beer en Muis. Beer zei: “We willen graag de kaart naar het circus.” De winkelier zei: “Eens even kijken. Ha, daar is de kaart!” En zo gingen ze weer op pad. Ze kwamen bij het circus aan. Het was wel een heel groot circus, zelfs met een achtbaan. Beer zei: “Zullen we in de achtbaan gaan?” . Ze gingen in de achtbaan. “Is het wel veilig?” vroeg Beer. “Ja hoor, je bent toch niet bang?” zei Muis.

Daar gingen ze. Maar Beer werd helemaal wit en toen paars en toen blauw. “En, viel toch mee?” zei Muis nadat ze uit de achtbaan waren. “Ja hoor”, zei Beer, maar hij zag nog een beetje groen. “Laten we maar even naar de winkeltjes gaan kijken.” Daar zagen ze opeens Harco het Zwijn en Eekhoorn Eekhoorn! “Hè hè hè, we hebben lekker in al dat speelgoed dynamiet gedaan” hoorden ze Harco zeggen. Snel belden ze Oma Beer en de politie. En toen was het weer van daar en daar en daar! Beer zei: “Wat doen we eigenlijk met die achtbaan?'. Toen zei oma Beer: “Weet je wat? We zetten Harco het Zwijn en Eekhoorn Eekhoorn in die achtbaan net zolang dat ze groen en geel en paars worden en daarna krijgen ze nog een flink pak op de billen en dan moeten ze in de gevangenis.”

Einde

beermuisintro